De Hond, de Haan en de Vos
Le Chien, le Coq et le Renard
Een hond en een haan worden reisgenoten en besluiten de nacht door te brengen in een bos. Wanneer een slimme vos hen ontdekt, probeert hij zijn listigheid te gebruiken om te krijgen wat hij wil.
Een hond en een haan waren goede vrienden.
Un chien et un coq étaient de bons amis.
Ze woonden samen en reisden samen.
Ils vivaient ensemble et voyageaient ensemble.
Op een nacht stopten zij om te slapen in het woud.
Une nuit, ils s'arrêtèrent pour dormir dans la forêt.
De haan vloog omhoog in een hoge boom.
Le coq s'envola vers un grand arbre.
De hond sliep onder de boom.
Le chien dormait sous l'arbre.
's Ochtends zong de haan zijn luide lied.
Le matin, le coq chanta son chant puissant.
Kukeleku!
Cocorico !
Een hongerige vos hoorde de haan zingen.
Un renard affamé entendit le coq chanter.
De vos kwam naar de boom.
Le renard vint à l'arbre.
Hij keek omhoog naar de haan.
Il leva les yeux vers le coq.
"Goedemorgen, prachtige haan!"
« Bonjour, beau coq ! »
zei de vos.
dit le renard.
"Je hebt zo'n prachtige stem!"
« Vous avez une si belle voix ! »
"Kom alsjeblieft naar beneden zodat ik je beter kan zien."
« Descends, je t'en prie, que je puisse mieux te voir. »
De haan was slim.
Le coq était intelligent.
Hij wist dat de vos hem wilde opeten.
Il savait que le renard voulait le manger.
"Dank je wel,"
« Merci »,
zei de haan.
dit le coq.
"Ik kom zo naar beneden."
« Je descendrai bientôt. »
"Maar eerst, maak alsjeblieft mijn vriend wakker."
"Mais d'abord, réveillez mon ami, s'il vous plaît."
Hij slaapt onder de boom.
Il dort sous l'arbre.
De vos was opgewonden.
Le renard était excité.
Hij dacht dat hij twee maaltijden zou krijgen!
Il pensait qu'il aurait deux repas !
Hij rende naar de voet van de boom om de hond wakker te maken.
Il courut au pied de l'arbre pour réveiller le chien.
Maar toen de vos dichtbij kwam, sprong de grote hond op.
Mais quand le renard s'approcha, le gros chien bondit.
De hond was zeer boos.
Le chien était très en colère.
Hij joeg de vos weg.
Il chassa le renard.
De vos rende snel het bos in.
Le renard courut rapidement dans la forêt.
Hij kwam nooit meer terug.
Il ne revint jamais.
De haan vloog uit de boom naar beneden.
Le coq descendit de l'arbre en volant.
De hond en de haan vervolgden samen hun reis, veilig en gelukkig.
Le chien et le coq poursuivirent leur voyage ensemble, sains et saufs et heureux.